|
Arteveldehogeschool campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 9000 Gent
|
bet | 1/8 | Sana | 04.04.2017 | Hajmi | 38.52 Kb. | | #2947 |
Naam student |
Esther Cottens
|
Leergroep
|
OLO 3B
|
Naam mentor
|
Mevr. Nele Vandenbrande
| Klas |
4B
|
Aantal lln.
|
19
| School |
SBS Guido Gezelle
Guido Gezellestraat 20
8790 Waregem
|
DINSDAG
|
20/05/2014
|
Handtekening mentor + datum:
|
Van | 14u.00 | tot | 16u.00 |
| Leergebied(onderdeel) | Wereldoriëntatie | Lesonderwerp | |
Leerplandoelen |
Deelleerplan: Wereldoriëntatie, net: OVSG
WO-RUI-38: De leerlingen kunnen een maquette, plattegrond, kaart oriënteren met behulp van de zonnestand en de begrippen noorden, oosten, zuiden, westen.
WO-RUI-40: De leerlingen kunnen de overeenkomsten tussen luchtfoto en kaart verwoorden.
WO-RUI-52: De leerlingen kunnen een windroos maken met aanduiding van de hoofd- en tussenwindstreken.
WO-RUI-53: De leerlingen kunnen een windroos op een kaart gebruiken om van op een bepaald punt de situering van andere punten te vinden.
WO-RUI-54: De leerlingen kunnen de windstreken op een kompas aflezen.
WO-RUI-55: De leerlingen kunnen een kompas hanteren om de windstreken te bepalen.
WO-RUI-56: De leerlingen kunnen bij een oriëntatie in de werkelijkheid de windstreken (hoofd- en tussenrichtingen) bepalen aan de hand van de zonnestand of een kompas.
WO-RUI-72: De leerlingen kunnen een atlas raadplegen en enkele soorten kaarten hanteren.
| Lesdoelen | -
De verschillen tussen een luchtfoto en een plattegrond opsommen.
-
Verwoorden dat een cartograaf met behulp van een luchtfoto een plattegrond maakt.
-
Een luchtfoto verbinden met de juiste plattegrond.
-
Verwoorden dat een plattegrond gebruikt wordt om de weg te zoeken.
-
Verwoorden dat een stafkaart gebruikt wordt om wandelingen uit te stippelen.
-
Verwoorden dat je op een landkaart duidelijk de grenzen ziet, de verschillende provincies, …
-
Verwoorden dat een wegenkaart gebruikt wordt om een reis te maken met de auto.
-
De hoofd- en tussenwindrichtingen aanduiden op een windroos.
-
Verwoorden dat een kompas bestaat uit een magnetische naald en een windroos.
-
De windrichtingen in werkelijkheid aanwijzen met behulp van een kompas.
-
Een kaart oriënteren met behulp van een kompas.
-
Op een kaart de hoofdwindrichtingen aanduiden.
|
|
| |